Oké, laten we maar eens beginnen met een cultureel correcte posting. Een goed begin is het halve werk, nietwaar?Daags nadat er hier een nieuw spamfiltertje geïnstalleerd is (met de intrigerende naam Spamihilator en de drang om te 'leren' wat ik spam vind, tja..) worstel ik me door een berg ongelezen mails heen.
Een groot deel daarvan is afkomstig van de
Laurens Jz Coster-mailinglist, een vrijwilligersproject dat ernaar streeft poëzie meer onder de aandacht te brengen. Dat doen ze via een
website, maar ook door het dagelijks versturen van een gedicht, onder andere aan mij.
Nou staat mijn hoofd niet iedere ochtend naar gedicht, dus blijven ze vaak ongelezen in de inbox staan. Het aanbod is buitengewoon breed, soms prachtig, soms grappig, soms saai. Vaak haken ze op de één of andere manier in op de actualiteit.
Vandaag vond ik dit gedicht, van Alexander Gutteling, die in 1910 op 26-jarige leeftijd overleed. Nou is het onder dichters eerder regel dan uitzondering om vroeg te overlijden, maar deze Alexander was op die prille leeftijd al de vertaler van onder andere Paradise Lost van John Milton.
Én de schrijver van dit prachtige gedicht:
Aan MiltonEen kathedraal met pijlers van bazalt
Waar nacht en dag de zee in druischt en dreunt,
Melodisch murmelt of beängstend kreunt,
Of zwaar en klaar gelijk de donder schalt,
Waar 't zonlicht somber, schoon veelkleurig, valt
Op 't zwart gesteente, waar 't gewelf op leunt:
Zuil tegen zuil, half zwevend, half gesteund,
In staatge rij of knoestig saamgebald,
Zoodat de gansche onpeilbre grot gelijkt
Een reuzenorgel, waar de zang der zee
Door myriaden pijpen eeuwig ruischt;
Zoo is uw lied, dat voor geen tijd bezwijkt,
Milton: een vreemd paleis vol eindloos wee,
Waar de oceaan in steent en galmt en suist.
Alexander Gutteling (1884-1910)