Strawberry Homicide

_______________ de toutes les passions la seule respectable est la gourmandise - Guy de Maupassant_______________

27 oktober 2009

Koffie

Ik kan me uit mijn prille jeugd een conference van Wim Sonneveld herinneren die gaat over een man die een postzegel wil kopen. Gewoon een postzegel. Tot zijn groeiende ergernis duurt het minstens een kwartier voordat hij met de zegel het postkantoor kan verlaten. Zo ongeveer voelde ik me vanmorgen, toen ik in de Bijenkorf koffie wilde kopen.

Wij drinken thuis Nespresso koffie. Daar zijn wij zeer tevreden over. Er zijn echter twee dingen mis met Nespresso.
Het eerste is de prijs. Drie en dertig cent per capsule, dus per kopje. Dat is niet mis. Andere systemen kosten echt maar een fractie daarvan. Maar we zetten ons er, ondanks crisis en bezuinigingen, nog steeds overheen omdat het gewoon superlekkere koffie is.
Het tweede wat er mis is met Nespresso, is de manier waarop ze met hun product en met hun klanten omgaan. Ga maar eens kijken op hun site, dan begrijp je misschien wat ik bedoel.

In de winkel, de Nespresso Boutique, is het nog veel erger. Daar wordt, in een perfect Nespressodecor, op gedempte toon eerbiedig over koffiesoorten gefluisterd en voor elke klant tenminste een kwartier uitgetrokken. Het gevolg is dat er altijd, zaterdagmiddag of dinsdagochtend, een lange rij wachtenden staat. Daardoor ben je al danig in stress en tijdnood geraakt op het moment dat je eindelijk aan de beurt bent.

Is het zover, dan begint de perfect gemanicuurde en gekapte verkoper (of het een man of een vrouw is, is meestal nauwelijks te achterhalen) met je te vragen naar je postcode en huisnummer. Zo weet hij onmiddellijk alles van jou en je intieme koffieverleden.

Denk niet dat je dan even snel je bestelling kunt plaatsen. Welnee! Je wordt achtereenvolgens gewezen op allerlei nieuwe soorten, smaken en gadgets, daarna gewaarschuwd "dat het nu toch echt tijd wordt om de machine te ontkalken, okee, vooruit, nog één keertje dan en oh, wilt u deze keer geen Decaffeinato Intenso? Mag ik vragen waarom niet? Nee, mag dat niet? Dat is jammer. Maar misschien wilt u dan toch onze nieuwste smaak eens meenemen?"
Tegen die tijd krijg ik de sterke aandrang om het Nespresso-wezen achter de balie langdurig en hard op zijn of haar bek te timmeren. Maar ik beheers me en vraag met dichtgeknepen strot of hij in de computer wil zetten dat ik van al deze onzin niet gediend ben en in het vervolg snel en efficiënt van koffie voorzien wil worden.
"Eh.. nee eh.. sorry mevrouw Schmidt, dat gaat helaas niet."

06 oktober 2009

WAK!

Haha, ik belde met de klantenservice om het abonnement op te zeggen. Maar blijkbaar heb ik Donald zelf gesproken.



(kan je de tekst niet lezen? klik erop, dan wordt hij groter)

31 augustus 2009

Schier

De zomervakantie stond dit jaar vooral in het teken van Sophia’s vertrek. Mijn jongste dochter is naar Amerika vertrokken voor een high school year. Haar avonturen zijn te volgen op sophusa.blogspot.com (jaja, zo moeder, zo dochter).

Ons restte daarna nog maar weinig tijd voor een echte vakantie. Gelukkig nodigde een goede vriendin ons uit om een paar dagen in haar huis op Schiermonnikoog te komen logeren.


Ik kende Schier al, maar nog niet bij tropisch weer en in het hoogseizoen…


Idioot, om op zo’n klein eilandje zo door de leegte overweldigd te worden.


En dan heb je toch nog mensen die het zo uitmikken dat hun windscherm eh…

31 juli 2009

Visite

Soms krijg je visite.
Persoonlijk gaan mijn nekharen al overeind staan bij de gedachte, ik heb een grúwelijke hekel aan visite.
Niet dat ik een solitair leven leid. Er komen hier dagelijks mensen langs die bijvoorbeeld even iets willen vertellen, iets komen lenen (en soms ook weer terugbrengen), muziek gaan maken of mee willen eten. Dat is geen visite. Die mensen hebben een doel, willen iets concreets en gaan korter of langer daarna weer weg. Alle sociale interacties die daaruit voortvloeien zijn meegenomen, maar niet verplicht.

Zo niet de visite. Die komt en heeft geen ander doel. Dat betekent dat je bij elkaar dient te gaan zitten en gedurende een paar uur een conversatie op gang houden. Dat lukt mij meteen niet meer op het moment dat ik me daar bewust van word, zoals dat met wel meer dingen het geval is.

Kortom: kom nooit bij mij op visite!
Blijven eten daarentegen is geen enkel probleem. Graag zelfs. Lekker eten is een van mijn favoriete bezigheden en leuk gezelschap daarbij is altijd goed. Er blijven hier regelmatig mensen eten. En die brengen soms iets aardigs mee.
Een van de meest originele kado’s op dat gebied kreeg ik onlangs van een stel vrienden. Die hadden bij een Utrechtse toko zorgvuldig een krankzinnige verzameling etenswaren uitgezocht: mierzoete ‘egg-white fa gim biscuits’ (die eruit zien als poezieplaatjes), gedroogde olijven met kruidnagel (…) en snoep, boordevol melaminen en met het uiterlijk van vuurwerk. Het mooiste vond ik een doosje met daarin een ‘Easy Cake’, waarmee je ‘een verse cake in 3 min.’ kunt bakken. In de magnetron, dat is duidelijk.


Ik heb het nog niet geprobeerd, omdat het doosje zo geweldig leuk staat in mijn keuken. Maar ik word zo langzamerhand wel heel benieuwd…

30 juni 2009

Rollen

Dat mijn kinderen nu allemaal lang en gelukkig zijn, komt natuurlijk door de uitstekende (op)voeding. En vooral door de taarten.


Wij eten veel taart. Dat komt niet doordat ik een onvermoeibare keukenprinses ben, die gek is op mengen en kneden. Verre van dat. Ik ben een lui mens dat van lekker eten houdt, en bijzonder ingenomen met al die voorgesneden en voorgewassen spullen die in de supermarkt te koop zijn.
Ja, ik weet dat ze duur zijn en dat de vitaminen er aan alle kanten uit druipen, maar ik vind geen bevrediging in het stuk voor stuk doppen van boontjes of het wassen (en dan nooit meer droog krijgen) van sla.

Koken is een van mijn hobby’s. Ik gooi er mijn creativiteit in en dat doe ik met gerechten waar voor de sier en de vitaminen nog wat groenten bij moeten.
Hulde dus aan (vooral) Albert Heijn, die wekelijks nieuwe panklare varianten aan het assortiment toevoegt. Ze voelen feilloos aan wat ik belief en zorgen dat dat in verpakkingen van verschillend formaat voorhanden is in koeling of vriezer. Daardoor zijn ze ook nog steeds marktleider natuurlijk, want ik ben vast niet de enige die dat wil.

Wat ik hier echter nog steeds mis is de kant en klare deegrol. In de landen om ons heen (België en zuidelijker) zijn ze volkomen ingeburgerd en bij iedere supermarkt, hoe klein ook, volop te koop. In verschillende variaties: bladerdeeg, pate brisee (wat hier korstdeeg heet) en pate sablee (zanddeeg). In Nederland zoek je er vergeefs naar. Ja, je hebt die bladerdeegplakjes in de diepvries, maar dat is niet wat ik bedoel. Ik wil deeglappen ter grootte van een bakvorm, die je in één beweging uitrolt en in de vorm legt. Vulling erop, bakken en klaar. De bakvorm wordt niet eens meer vies, dankzij het meegerolde bakpapier. Een geniale vondst, echt.


Gelukkig heb ik een zus in Luxemburg, die regelmatig langskomt en dan een hele voorraad rollen meeneemt. Die zijn de basis voor mijn taarten en quiches.
Maar, en dat is de aanleiding tot dit verhaal, ik zag laatst bij de Jumbo in de koeling ook eindelijk een rol bladerdeeg. Van Danerolles. Laat je niet afschrikken door het opschrift 'hartige taart', dat is onzin. Je kan er alle kanten mee op.
Recepten op aanvraag.

01 juni 2009

Waterloo

Kan iemand mij vertellen waarom er in vredes(teins)naam zoveel autobanden langs de Belgische snelwegen liggen? Vorige week reed ik naar Brussel en viel het me weer op. Het lijkt wel of het verplicht is om je oude autobanden op de vluchtstrook te deponeren. Ze liggen er in alle maten, vaak ogenschijnlijk ongeschonden, soms in rafelige flarden.
En alleen banden. Ik bedoel, als het een kwestie van achterstallig bermonderhoud is zou er meer moeten liggen. Andere stoffelijke resten van autocrashes bijvoorbeeld, of uit het raam gekieperd zwerfvuil. Nee, het lijkt wel of er zorgvuldig óm de banden heen geveegd wordt. Buitengewoon intrigerend.

Maar goed, Brussel. Of liever gezegd: Waterloo. Door omstandigheden kwam ik daar terecht op een Hemelvaartochtend. Een uitgerekte nederzetting met weinig meer vertier dan de Butte de Lion (een piramidevormige heuvel, ooit door koning Willem I opgericht ter ere van zijn zoon, die er tijdens een knokpartij van zijn paard viel) en een panorama. Nou doe je mij altijd een groot plezier met een panorama, en dit was een hele fijne. Okee, hier en daar zaten wat slijtageplekken in het doek die de indruk wekten alsof op de achtergrond de skyline van New York in de mist schemerde, maar daar stond tegenover dat er op de voorgrond royaal met dode paarden en andere accessoires gestrooid was en vooral dat er om de vijf minuten een luidruchtig en aanhoudend strijdgejoel losbarstte. Kanonschoten, gekletter van sabels, klaroenen en geschreeuw, aanzwellend tot een behoorlijk oorverdovend niveau. 'Allez, we maken er een totaalbeleving van', zal men gedacht hebben en verdomd, dat was een goed idee.


België is vaak ontwapenend. Deze keer was ik bijna ontroerd door de ober in het café die mij toevertrouwde: 'awel, roken mag, als u aan de rand van den tafel gaat zitten'.

11 april 2009

Jézus..

..was me dat lachen vanmorgen, toen ik dit bericht in de krant (AD/Haagsche Courant) las. Vooral het stukje over de ingehuurde fotograaf vind ik geweldig.

Joggers zien ineens Jezus
Door VICTOR SCHILDKAMP, foto THIERRY SCHUT



DEN HAAG - Joggers kijken verbaasd omhoog: wie is die rare kwiebus die daar in z’n nakie boven op een duintop staat? ‘Die met dat grote houten kruis. Dat lijkt wel...’
Ja, het is Jezus. Althans, dat moet het voorstellen daar op de hoogste top in de duinen bij Duindorp.

De man die daar ‘hangt’ (hij hangt niet echt, daarvoor staat het houten kruis niet stabiel genoeg in de grond) is Maurice van der Toorn.
Een zanger uit het B-genre en wannabe-wereldster die het helaas voor hem nog steeds moet doen met de status van nagenoeg onbekende Nederlander.
Maar met deze stunt - uiteraard op Goede Vrijdag - hoopt hij de aandacht te trekken van filmregisseur Paul Verhoeven, die, weet Van der Toorn, een film over Jezus gaat maken.
„Ja, ik leg de lat hoog,’’ zegt Jezus van der Toorn terwijl hij ketchup over z’n benen smeert. „Rutger Hauer was ooit ook onbekend.’’

Speciaal voor de stunt heeft Van der Toorn een fotograaf meegenomen. De man is echter christen en wil Van der Toorn liever niet fotograferen als hij aan het kruis ‘hangt’. Uit principe. Andere foto’s, meer portretachtig, maakt hij wel. „Die wil ik dan Paul Verhoeven doen toekomen,’’ zegt Maurice van der Toorn. „En dan kijken hoe hij reageert.’’

Tja, de kans dat het lukt is, laten we zeggen, nihil. Maar het heeft in elk geval een leuk plaatje opgeleverd. En van een afstandje leek het best goed. Er zijn joggers die nu thuis vertellen dat ze écht Jezus hebben gezien...

Vrolijk Pasen!

27 maart 2009

V-day

Fulltime vegetariërs bekijk ik altijd met een mengeling van argwaan en bewondering. Vreemde wezens, maar ook wel stoer. Ze zijn in ieder geval bereid om af te zien en extra moeite te steken in hun dagelijkse maaltijd. Ik vind het namelijk niet eenvoudig om iets eetbaars te bedenken zonder op z’n minst een béétje vlees of vis.

Een paar jaar geleden lanceerden de Nederlandse Vegetariërsbond en de stichting Wakker Dier het idee om op vrijdag vegetarisch te eten. Het initiatief werd onder de noemer V-day (Bewust Vegetarische Vrijdag) ondersteund door radiospots en een website, maar lijkt inmiddels alweer een zachte dood gestorven te zijn. De site linkt nu door naar Eat Green, waar wel veel over klimaat, CO2 en ontbossing in relatie tot voedsel geschreven wordt, maar waar over een vegetarische vrijdag niets meer te vinden is.

De kortstondige campagne heeft echter nog steeds één sympathisant: mij. Ik vond het een aardig idee destijds en heb het geïntroduceerd in mijn overigens behoorlijk carnivore gezin, waar het intussen een begrip is. Mijn zoon vertelde daarnet dat hij vanmiddag een broodje worst geweigerd heeft en in plaats daarvan een Mars genomen. Of dat gezonder is, is nu even niet aan de orde. Het illustreert slechts treffend hoezeer de gewoonte er al insleten is.


Vorig weekend kwam hier een echte vegetariër eten. Omdat ik hem zelf uitgenodigd had, mijn vegetarische kookkunsten luidkeels aanprijzend, vond ik dat ik me er dit keer niet vanaf kon maken met een eenpansgerecht. Weken van tevoren was ik al kookboeken aan het doorspitten, maar ik kon niet vinden wat ik zocht.

Uiteindelijk heb ik zelf iets bedacht. Een torentje van (van beneden naar boven) aardappelpuree met knolselderij en peterselie, een plak rookkaas, een plak (met knoflook) geroosterde aubergine, een plak zelfgedroogde tomaat, wat gebakken champignons en gebakken uienringen. Eroverheen een portjus en ernaast haricots verts.
Helaas ben ik vergeten er een foto van te maken, maar het zag er behoorlijk chic uit. En (het belangrijkste) ik vond het ook erg lekker, de smaken pasten goed bij elkaar.

Voor wie het ook proberen wil: het kóst een paar uur, maar dan héb je ook wat.
Recept op aanvraag.

24 februari 2009

Carnaval

Afgelopen weekend was ik in Maastricht, alwaar het carnaval op volle sterkte woedde. Dat wist ik van tevoren, alleen had ik geen idee of ik het leuk zou vinden. Ik heb namelijk nog nooit carnaval gevierd en er eigenlijk alleen maar vreselijke verhalen over gehoord. Sterker, ik ken bijna niemand die er enthousiast over is.

En weet je wat? Ik vond het helemaal niet zo vreselijk. Eigenlijk heb ik me reuze geamuseerd met alle varkens, hofdames, stroopwafels, Willy Wonka’s en andere jokers die mijn pad kruisten. Iedereen was enorm creatief geweest in het bedenken en uitvoeren van z’n kostuum en carnaval bleek niet van één bevolkingsgroep, maar van jong, oud, dik, dun, man, vrouw en kind. Het had iets heel ontwapenends.


(...als je op de foto klikt, wordt hij groter…)

Of ik volgend jaar weer ga, weet ik nog niet. Zó sterk was de liefde nou ook weer niet. Maar ik kan me nu wel voorstellen wat er leuk aan kan zijn.

30 januari 2009

Aardappels

Onlangs sloeg ons gezinshoofd met de vuist op tafel. Dat was om een verzoek kracht bij te zetten. Hij wenst namelijk ‘tenminste vier keer per week groente, vlees en aardappelen’ als avondmaal. Hij is al het hippe gekook zat en wil weer herkenbare dingen op zijn bord.
Nu zijn er vast talloze mensen die hier niks onredelijks in zien. Hier in huis echter werd zijn dringende verzoek, en mijn schoorvoetende poging om eraan tegemoet te komen, met luid protest ontvangen. Sterker: alle kinderen dreigen in een diepe depressie te geraken als er inderdaad straks vier keer per week traditioneel Hollands gekookt gaat worden. En eerlijk gezegd: ik ben zelf ook niet enthousiast. Er is namelijk geen zak aan om elke dag zo’n drie-componenten-hap klaar te maken. De tijd dat dat de norm was, is goddank allang voorbij en ik kan me herinneren dat ik vroeger zelf ook diep treurig werd van het gebrek aan variatie en creativiteit in wat de pot dagelijks schafte. Eén van de belangrijke functies van eten is toch om het leven leuker en kleurrijker te maken?

En dat probeer ik, en talloze mensen met mij, door alles behalve Nederlands te koken. Wat dan wel? Nou, Thaise curry bijvoorbeeld, Tex Mex chilli, Marokkaanse tajine en vooral veel Italiaanse gerechten.
Italiaans beheerst al jaren Nederlandse keukens en er zijn in de gemiddelde Nederlandse supermarkt (die trouwens steeds vaker Albert Heijn heet, maar dat is weer een ander verhaal) meer soorten olijven dan soorten hagelslag te koop. De helft van alle kookboeken heeft een min of meer Italiaanse inslag en iedere zichzelf respecterende thuiskok een authentiek Italiaans recept van Ragú Bolognese, pesto of Ossobuco. De grap is dat onze bewondering voor de Italiaanse keuken vooral de traditionaliteit ervan betreft.
Maar wat eigenlijk de aanleiding voor dit stukje was, is dat ik onlangs hoorde dat ze in Italië serieus van plan zijn om niet-Italiaanse restaurants te *verbieden*.
Een plan waar je van veel kanten tegenaan kunt kijken. En ik ben er nog niet helemaal uit wat ik ervan moet vinden.

31 december 2008

Sacha

Zoals meestal rond deze tijd van het jaar ben ik oliebollen aan het bakken. Daarvoor maak je eerst een grote bak beslag, die daarna een uur moet rijzen. Dat is een intrigerend proces, waarbij de massa zich verdrie- of verviervoudigt. Ondertussen bubbelt en beweegt alles in die kom, het ziet er echt uit als een levend organisme. En dat is het natuurlijk ook.
Maar dit jaar zien de bollen er na het bakken ook uit alsof ze spartelend in de kokende olie geworpen zijn. Ik voel me er bijna schuldig door.


Dat komt omdat mijn belangrijkste oliebollenbak-hulpstuk deze zomer gesneuveld is bij het ijs scheppen. Dus improviseer ik met twee gewone lepels, met een juslepel en met allerlei andere lepelvormige attributen. Het werkt allemaal niet, ik maak geen bollen maar monsters.

Totdat Sacha ineens verdwijnt. Om vuurwerk af te steken, vermoed ik. Dat doet hij namelijk sinds vanmorgen tien uur, doorlopend. Maar tot mijn grote verrassing staat hij een kwartier later voor mijn neus met een fantastische, professionele ijsschep. De mooiste (en duurste) die ik ooit gehad heb.
Dank je wel, Sas! Je bent een schat.

28 november 2008

Thanksgiving

Ik zei het al, we zijn hier de laatste tijd erg Amerikaans georiënteerd.
Zo konden we gisteren niet voorbij aan dé Amerikaanse feestdag, Thanksgiving.
Traditioneel bestaat het Thanksgivingdiner voornamelijk uit een enorme kalkoen, met bijgerechten die per streek verschillen. Eentje waar ik nog nooit van gehoord had is 'mashed sweet potato topped with marshmallows'. Een gerecht zo bizar dat het alleen in Amerika verzonnen kan worden. Een land waar ze er ook niet voor terugschrikken om kip in Coca Cola te sudderen, ik noem maar wat.


Het leukste is dat het misschien vies klinkt, maar heel goed smaakt. Zowel de puree met marshmallows als de Coca Cola-kip zijn weliswaar zoet, maar ook hartstikke lekker.
Daarom hieronder het recept voor de kip, dan kan je het zelf eens proberen.

Kook 1 kg drumsticks met een bouillonblok in ruim water (ca. 30 minuten). Verwarm de oven voor op 175°C. Giet af, dep droog en leg in een braadslede. Bestrooi met 200 gram bruine suiker en een handje grof zeezout. Roer 4 eetlepels scherpe mosterd, ½ theelepel cayennepeper en 8 eetlepels tomatenketchup los met een scheut cola. Giet gelijkmatig over de drumsticks. Giet cola erbij totdat de drumsticks bijna onderstaan en zet ca. 45 minuten in de oven, tot de saus is ingedikt.

Mocht je de puree ook willen maken, ik heb het recept.

31 oktober 2008

Lillian

Wij zitten hier midden in een cultureel uitwisselingsproces.
Sinds twee maanden woont hier een Amerikaans meisje in huis, Lillian. Ze blijft een heel jaar, gaat naar een gewone middelbare school en is aan het eind van het jaar waarschijnlijk helemaal ingeburgerd. Zeker als ze in dit tempo doorgaat. De eerste weken viel ze nog van de ene verbazing in de andere (‘oh my god, how cute all these small cars are!’ ‘gosh, everybody is so thin here!’), inmiddels fietst ze door de hele stad, leest Nederlandse (kinder)boeken en eet haring met uitjes.


En het werkt twee kanten op. Laatst hebben we samen met Lillian’s vader Anthony 'potato latkes' gemaakt. Hij hield het proces via AIM (de Amerikaanse versie van MSN, maar dan véél beter..) nauwlettend in de gaten. Of we wel de goeie rasp gebruikten en of onze olie van canola’s was. (Eh.. nee, canola oil mag in The States mateloos populair zijn, ik had er nog nooit van gehoord. Het bleek om raapzaadolie te gaan.)

Zo zijn er meer dingen niet meteen duidelijk. Dagelijks moeten er omrekentabellen tevoorschijn gehaald worden als we vastlopen in gesprekken over benzineprijzen, schoenmaten of het weer.
We ontdekken steeds andere manieren om met de verschillen om te gaan. Zo heb ik onlangs een pakje boter opgemeten (met een lineaal, ja), om te kijken hoeveel cc het was. Want in Amerikaanse recepten wordt alles afgemeten in cups (236 cc).

Zo ook het recept voor Hershey's Best Brownies uit het onvolprezen boek 'Culinaria USA'. Dat heb ik inmiddels vertaald naar Europese maten. Omdat het inderdaad de beste brownies ever zijn en bijna net zo makkelijk te maken als zo'n pak met mix.

Verwarm de oven voor op 175˚C. Smelt 250 gram boter in een pan, roer er van het vuur af 500 gram suiker, 2 zakjes vanillesuiker en 4 grote eieren (één voor één) door. Voeg 80 gram cacaopoeder, ½ theelepel bakpoeder en een snuf zout toe en roer alles tot een glad mengsel. Roer er tenslotte 150 gram bloem door en desgewenst een handvol fijngehakte (wal- of pecan-)noten. Schenk het beslag in een vorm en bak 30 tot 35 minuten, tot de randen loskomen van de vorm. Laat in de vorm afkoelen tot kamertemperatuur. Snijd in ruitjes en serveer desgewenst met vanille-ijs (a la mode, zeggen ze in Amerika, met een gruwelijk accent) en chocoladesiroop.

29 september 2008

Place

Yes! Goed nieuws voor attractieparkbezoekers. Vanaf november gaat La Place in Duinrell de pollepel zwaaien en dat is fijn! Alle horecagelegenheden worden in La Place-stijl omgebouwd, te beginnen bij het Tikibad. Volgend voorjaar is de zaak klaar.

Ik ben al vanaf het begin een groot La Place-fan, sinds ze de ingeslapen V&D-restaurants op spectaculaire wijze vernieuwd hebben. Dat was redelijk schokkend indertijd. Hup, de bakken met grauwe kalfsragout en lauwe doperwten leeggekieperd, het suffende, onwillige personeel wakkergeschud en helemaal opnieuw begonnen met verse ingrediënten die ter plekke gesneden en gebakken werden.


Op de één of andere manier past deze stap ook wel bij Duinrell. Daar was het horeca-aanbod al iets gewaagder dan in andere parken. De fruitboer die (tegen criminele prijzen, dat dan weer wel) appels, bananen, aardbeien met een chocolade- of (knalrode) suikerlaag verkocht deed er goede zaken en er was ook een visboer met een behoorlijk breed assortiment.
Wees trouwens niet bevreesd, de frieten en hamburgers verdwijnen nu niet meteen van het menu. Volgens Roderick van Zuylen van Nijevelt (jawel!), mede-directeur van Duinrell blijven ze gewoon, alleen gaat de kwaliteit ervan omhoog.

Leuk, leuk, leuk! En laten we hopen dat andere parken (De Efteling!) nu ook snel volgen, want daar is het eten nog steeds héél naar...


Broodje Anton Pieck (foto: Brutsellog.nl)

31 augustus 2008

Festival

Onlangs was ik op Sziget. Voor degenen die niet weten wat dat is: één van de grootste festivals in Europa (tussen de 350.000 en 400.000 bezoekers), op een eiland in de Donau midden in Budapest. Denk aan Lowlands, Dance Valley, North Sea Jazz, Oerol, een wereldmuziekfestival en Koninginnedag tegelijk. Dagen na aanvang overkwam het me nog dat ik een hoek omsloeg en ineens weer een heel nieuw terrein ontdekte.

Veel te veel om op te noemen. Ik beperk me dan ook tot het eten. Langos bijvoorbeeld was nieuw voor mij. Gefrituurd gistdeeg, dat nog het meest aan een ongekruide variant van bara’s doet denken en wat mij betreft pas enigszins te eten is met heel veel kaas, zure room en knoflook.

En Kürtőskalács oftewel Chimney Cakes.

Die worden gemaakt van lange deegstrips die rond een stok worden gerold en daarna door suiker, kaneel, kokos of hazelnoten. Na het bakken worden ze van de stok afgeschoven en is de buitenkant knapperig bruin, terwijl het deeg aan de binnenkant maagdelijk wit, zacht en gaar geworden is. Erg lekker, alleen al om aan te voelen.

Natuurlijk waren er hamburgers, pizza’s, cocktails en koffie (Nespresso). En kebabstands, ontbijtbars, bakkers en fruitboeren. Maar ook kramen met Amerikaanse, Chinese, Indiase, Italiaanse, Mexicaanse en Hongaarse cuisine. En eten uit een streek die ik nog nooit met eten geassocieerd had:


Niet geheel onbevooroordeeld verwachtte ik bloedworst en gestoofde vleermuis. Maar bij nadere inspectie bleek de pot gutbürgerliche zuurkool, gebakken aardappelen en vlees te schaffen. Een dwarsdoorsnede van de keukens van Duitsland tot en met Rusland, lekkere en vooral stevige kost. En dat is goed, op een festival. Want daar is eten ook de bodem voor veel bier.

31 juli 2008

Fastfood

Over het algemeen hou ik niet van fastfood. Echt niet. Ik vind er geen reet aan, het ‘bevredigt’ niet, na een uur heb ik weer honger en de smaak verveelt gauw.

Mocht je bevestigd willen worden in je afkeer van fastfood, dan is het niet moeilijk om daarvoor op internet of in de pers medestanders te vinden. Er zijn films gemaakt waardoor zelfs mijn kinderen bijna van fastfood genezen zijn, boeken geschreven waar de rillingen van over je rug lopen en het aantal sites waarop fastfood afgekraakt wordt is niet te tellen. Dat is dus niet zo spannend.

Een goede vriend attendeerde me op de site van Jeff Kay, West Virginia Surf Report, waar (onder andere) een serie foto’s staat van fastfood, met links de foto van de menukaart en rechts dat wat je na bestelling op je bord aantreft.


Wat opvalt is dat de meeste menufoto’s gemaakt zijn met rauwe ingrediënten. Sappige stukken tomaat en plukken sla, kaarsrechte plakken kaas die fier uit keurig opgestapelde broodjes steken. Na bereiding oogt alles verlepter en de kaas is gesmolten, maar niet alles wordt daar minder van. In veel gevallen ziet het er lekkerder uit dan beloofd en dan ik verwacht had.
Alleen de Sausage McMuffin helemaal onderaan ziet eruit alsof er ratten aan geknaagd hebben en inderdaad, de KFC Famous Bowl heeft wel wat weg van een bak kots. Maar dat was vóór bereiding niet heel veel beter.


Een fijne site, er staan alleraardigste reviews van fastfoodrestaurants op (alle Amerikaanse ketens krijgen een ‘cijfer’, maar ook een aantal van hun creaties wordt uitgebreid besproken) en hoogst interessante lijstjes over de meest uiteenlopende onderwerpen, niet alleen fastfood.
The 16 Ugliest Men In The History Of Rock 'n' Roll’ bijvoorbeeld of ‘People In Newspaper Ads Who Look Like They're Farting’.

10 juni 2008

Avondmaal

Misschien kennen jullie 'm allang, maar ik zag deze foto vanmorgen voor het eerst.


In een krant die ik snel doorbladerde, zonder verdere toelichting (of misschien was die er wel, maar heb ik hem niet gezien).
Later toen ik ging Googlen zag ik dat de maker, Adi Nes, een joodse fotograaf is en de soldaten op dit laatste avondmaal Israëlische soldaten. Dat maakt onbevooroordeeld bekijken wat lastiger, temeer daar het hyperrealistische karakter van de foto doet denken aan foute propaganda van nog foutere regimes.

Maar toen zag ik nog wat andere foto's van Adi, die ik gewoon zo prachtig vind dat ik me helemaal niet wíl verdiepen in politieke achtergronden.


Dit zijn Saul en Samuel, uit een serie foto's van bijbelse voorstellingen waar ook het avondmaal bijhoort. En deze foto van Noach, "toen hij van den wijn gedronken had, dronken werd en zich ontblootte" (Genesis 9:21).

08 mei 2008

Frankrijk

Ik ben alweer ruim een week terug uit de omgeving van Avignon, hoog tijd om jullie te laten weten wat me opgevallen is in dit door Nederlandse toeristen platgetreden land.

Bijvoorbeeld dat het platteland nog altijd Franser dan Frans is. Met slingerweggetjes langs heuvelige weilanden met trage, witte koeien en velden vol bloeiend koolzaad. Dat je hier regelmatig door dorpjes rijdt waar het lijkt alsof ze met z’n allen Frankrijkje aan het spelen zijn. Alsof er een decorbouwer en een castingdirector met weinig gevoel voor subtiliteit losgegaan zijn. Op een terrasje van drie tafeltjes zitten een paar buikige mannetjes met gestreepte shirts en petjes aan een glas rode wijn. Vrouwen in gebloemde schorten boenen hun stoepje. De charcuterie etaleert hammen en worsten, de boulangerie vruchtentaarten en eclairs met de puurste chocola die je je voor kunt stellen. En bijna iedereen loopt met een paar stokbroden onder z’n arm, gewikkeld in een klein papiertje.

In de loop van de week stopten we ergens voor een snelle hap bij een truckerscafé, waar je voor € 12,50 een driegangenlunch kreeg, en nu komt de grap: inclusief een karaf rode wijn. Tamelijk krankzinnig voor onze begrippen, om vrachtwagenchauffeurs ongevraagd een maximaal quotum alcohol in hun kraag te gieten bij het middagmaal. Het doet je het ergste vrezen voor de veiligheid op de Franse wegen. Aan de andere kant heeft het natuurlijk ook wel wat. Het klopt erg met het beeld wat ik van dit land heb.

Wij zaten in een huis (Mas) midden tussen de wijngaarden. Eindeloze akkers vol druivenstruiken overal om ons heen. En wijnboeren, niet verspreid over het land, maar erf aan erf. Domaines en chateaux wisselden elkaar af, we werden erdoor omringd. Onze naaste buur/wijnboer bleek wars van toeristische flauwekul en dreef zijn nering op een terrein vol stokoude gebouwen en gloednieuwe machines.


Op de binnenplaats stonden hier en daar plastic ‘jerrycans’, verstevigd met metalen tralies, van een meter bij een meter bij een meter. Een kubieke meter, oftewel duizend liter. Gek genoeg zat er geen tapkraan aan de zijkant, maar een forse schroefdop op de bovenkant.


Proeven was geen enkel punt, zelfs niet toen we met z’n achten aankwamen en alle beschikbare wijnen (drie rode, twee witte en een rosé) wilden keuren. Toen we daarna 48 flessen aanschaften voor 3 euro 50 per fles, kregen we er nog vier bij kado (pardon: cadeau) ook. En het proeven kostte niks, terwijl daar toch ook zes flessen voor gesneuveld waren.

Ja, eigenlijk is Frankrijk best een leuk land. Tenminste, ik heb er deze keer erg van genoten.

02 april 2008

Eend

Terwijl hier de volgende plaag alweer uitgebroken is (mieren in de keuken dit keer, die duidelijk maken dat er twee soorten mensen in dit huis wonen: aan de ene kant de weekhartigen die zelfs geen mier dood willen drukken, aan de andere kant degenen die have en goed enthousiast verdedigen met bruut geweld en agressieve bestrijdingsmiddelen), ga ik nog even verder met het bespreken van de blikken.
We gaan hierbij keurig vlnr. Naast de gekookte pinda’s zie je twee blikken boven op elkaar. Het onderste bevat volgens het opschrift ‘Confit de canard’. Eendenpoten, in Frankrijk in ruime mate voorhanden als afvalproduct van de foie gras-industrie, bereid volgens de confit-methode, een eeuwenoude manier om vlees te conserveren. Langzaam gaar gesudderd in eigen vet en daarna bewaard onder een dikke laag van datzelfde vet. Volgens het opschrift op het blik is opwarmen à feu doux voldoende, maar op het onvolprezen kookblog 'Koken met Karin’ vind ik een bereidingswijze die me meer aanspreekt. Zij adviseert: ‘Om het gestolde vet waar het vlees in ‘verpakt’ zit vloeibaar te maken, kun je het blik het beste even in wat heet water leggen. Dan opendraaien, de poten eruit halen en een half uurtje op een rooster in de hete oven (220 °C) leggen tot het vel mooi knapperig is.’ Het overgebleven ganzenvet kun je gebruiken om aardappels in te bakken. Okee, prima, doen we.


Het resultaat valt bepaald niet tegen. Nooit gedacht dat er zoiets lekkers uit een blik kon komen. Het vlees is mals, het vel knapperig, de smaak vol en lekker zout. Dit is blikvoer waar je mee voor de dag kunt komen!

Het bovenste blik is misschien wel het meest intrigerende van de foto. Wat zou er zitten in een blik met anjers en Arabische tekens op het etiket?
Nou, dit:

19 maart 2008

Pinda

Na mijn laatste post zijn jullie natuurlijk allemaal heel benieuwd naar wat er in die blikken zat. Het blik links op de foto, de Boiled Green Peanuts, vond ik het meest intrigerende, dus dat moest het eerst open.
Boiled Green Peanuts… belachelijk. Waarom zou je pinda’s willen koken? Ik vind een van de weinige charmes van pinda’s dat ze droog en knapperig zijn.
Op het blik staat niet veel informatie, behalve dan dat je de pinda’s voor nóg meer smaak even moet opwarmen in eigen vocht. Okee.
Tot mijn stomme verbazing zitten er ongedopte pinda’s in het blik. Zou je die schil dan mee kunnen eten? Nee dus, hij is net zo hard als bij een ongekookte pinda. Als ik hem eraf gehaald heb, komt een bleke, glazige pinda tevoorschijn die vrijwel nergens naar smaakt. Hooguit naar gekookte aardappel, of witte bonen misschien.


In Over Eten & Koken van Harold McGee lees ik dat gekookte pinda’s zowel in Amerika als in Azië populair zijn. ‘Als pinda’s in de dop gekookt worden, krijgen ze een aardappelachtige geur met zoete vanillenuances, omdat er in de dop vanilline vrijkomt’, staat er. Nou, vanille proef ik met de beste wil van de wereld niet.
Wisten jullie eigenlijk dat pinda’s helemaal geen noten zijn? Pinda’s zijn peulvruchten, beter gezegd: de zaden van de kleine peulvruchtenstruik Arachis hypogaea, die zijn dunne, verhoute peulen bij rijping in de grond laat groeien. Ook dat weet ik van Harold, uit zijn lijvige naslagwerk over ‘wetenschap en cultuur in de keuken’.
Er liggen bij de Chinese supermarkt ook nog gekookte pinda’s in de diepvries. Zonder water dit keer, zodat ze eruitzien als gewone pelpinda’s. Eerst begrijp ik dan ook echt niet waarom ze in de diepvries zitten, want als er iets onbeperkt houdbaar is zijn het wel doppinda’s.

Goed nieuws op pindagebied zijn koekjes die op bedrieglijke wijze een pinda nabootsen. Ze zijn even groot en zien er verder ook precies hetzelfde uit. Ze hebben een wit suikerlaagje aan de buitenkant en een soort zoet-hartige pindakaasvulling. Die zijn wel heel lekker!


O, hoe het met de muizen is? Slecht, vrees ik. Alle heerlijkheden zitten in plastic dozen nu, zodat ik me rot loop te zoeken naar mijn spullen en zij er helemaal niet meer bij kunnen. We zijn er allebei niet blij mee. De enige die hier grinnikend door het huis loopt is mijn partner. Sardonisch grijnzend, als hij weer zo’n klein, weerloos muisje in een van zijn gruwelijke vallen heeft laten lopen.

20 februari 2008

Muizen

Volgens mij zijn muizen nomaden. We zijn ooit overvallen door zo’n rondzwervende meute, die ’s avonds uit allerlei hoeken en gaten tevoorschijn kwam. Al onze pogingen om ze te verjagen, vangen of doden mislukten, maar na een paar maanden waren alle muizen ineens verdwenen. Jaren niks meer van gehoord.
Maar.. ze zijn terug. Dit keer zitten ze niet in huis, maar in de schuur, die aan het huis vastzit. Daar staat een voorraadrek, tot de nok gevuld met dingen waar muizen van dromen. Pakken rijst bijvoorbeeld, zakken met noten, met bloem en muesli, met pasta in allerlei soorten. Elke keer als ik de deur opendoe om iets uit het rek te pakken, zie ik muizen wegschieten. Vaak zit er ook één bovenin het rek, die dan via allerlei onwaarschijnlijke vluchtwegen (touwtjes, takken van overwinterende planten) binnen een fractie van een seconde weg weet te komen. Eigenlijk vind ik het helemaal niet zo erg, kan ik er wel om lachen, al wordt de waardering minder als blijkt dat ze iets onmisbaars aangevreten hebben.
Of als gebeurt wat van de week gebeurde: met een soort 'zucht' liep een opengeknaagd pak polenta op één van de bovenste planken leeg, een wolk van geel poeder loslatend, dat zich onmiddellijk over het hele rek verspreidde.
Tijd om in te grijpen en op te ruimen.

Nou ben ik meestal niet zo heel voortvarend met dat soort klussen. Meestal begin ik met er gedurende lange tijd (met tegenzin) aan te denken. In die fase zit ik nu.
Het enige wat ik er tot nu toe aan gedaan heb is er wat blikken uit halen. Dat slaat natuurlijk nergens op, want blik is de enige muisbestendige verpakking.
Maar het zijn leuke blikken, vooral met z’n allen bij elkaar. Ze staan heel decoratief in mijn keuken.


En voor de rest wil ik het er eigenlijk even niet over hebben...

29 januari 2008

Geluid

Toevallig ben ik de afgelopen tijd verschillende mensen tegengekomen die iets met geluiden hebben.

Onze kelder is opnieuw gestuukt door Jack, mijn zwager. Tijdens een van de vele, lange koffiepauzes (het is altijd erg gezellig met Jack) vertelde hij zeker tien jaar intensief met geluid bezig geweest te zijn. Hij was één van de samplers voor De Fabriek in Zwolle, een label en muziekcollectief dat industriële, minimalistische muziek maakte.
Ik vind dat soort dingen mega-interessant en heb een paar cd’s van hem geleend, die ik uit ga checken.


De verhalen die Jack erover vertelde waren geweldig. Hij en zijn collega-samplers leefden in die tijd echt op hun oren, steeds op zoek naar bizarre geluiden om te samplen.
Zijn mooiste geluid ooit is trouwens nooit op tape terechtgekomen. Dat was op een vroege winterochtend, toen hij een steen op de verse ijslaag in een sloot gooide, waardoor er een meterslange barst naar twee kanten door het ijs schoot. De klap van die steen en het scheuren van het ijs waren, zo vertelde hij, het meest fantastische geluid wat hij ooit gehoord had.

Een goede vriend die ik de laatste tijd geregeld spreek, vertelde dat hij helemaal eng wordt van het geluid van vallende fietsen. Daar had ik nog nooit over nagedacht, maar laatst liep ik door een stille straat en ineens hoorde ik achter me een fiets vallen. Ik schrok inderdaad van het geluid, het heeft iets organisch, wat paniek veroorzaakt. Volgens mijn vriend komt dat door de vele gearticuleerde onderdelen. Veel en lang lawaai krijg je dan, wat de associatie met menselijk lijden oproept. Ik vond dat erg mooi geformuleerd. Zelf dacht ik aan gefladder, een hele grote crashende vogel. Kortom, er ontspon zich een fantastische sms-conversatie over het geluid van vallende fietsen. Het leek verdorie bijna poëzie!


Daarnet zette ik iets weg in de kelderkast. Het geluid daarvan echode indrukwekkend door ons kleine, pas gestuukte keldertje. Dat klonk als een enorm onderaards gewelf ineens, qua akoestiek.


Edit: Niet iedereen leest reacties en deze is te mooi om 'm verstopt te laten staan (over de poëzie van geluid gesproken):
Marijn zei...
Haha, dat doe ik vaak, fysieke eigenschappen aan geluid toekennen. Ook als de voortbrenger van het geluid deze helemaal niet bezit. Zo vind ik het geluid van twee tegen elkaar slaande batterijen altijd iets elastisch hebben. Als grote, rubberen druppels. Terwijl het juist helemaal geen flexibele voorwerpen zíjn.

Andere geluiden werken specifiek op m'n zenuwen. Zoemende vliegen en dichtslaande deuren kunnen me behoorlijk nerveus maken en volgens mij is dat effect bij beiden redelijk universeel.

Een móói geluid vind ik dat van imploderende computermonitoren... Wanneer je die loodrecht van enkele meters op hun glazen kant laat vallen krijg je een geluid met zo'n korte, zuigende aanloop... en dan een klap, niet eens zo héél hard in volume vaak, die klinkt alsof je alleen de hoogste -het versplinterende glas- in combinatie met de láágste tonen -het imploderen zelf- van het geluidsspectrum hoort en alles daartussenin ontbreekt...

*dzzjjiehummm* (één lettergreep hè).

Ik mocht daar altijd graag naar luisteren in de tijd dat m'n werksituatie me toeliet om me daar af en toe mee bezig te houden

06 januari 2008

Liefde

Gelukkig nieuwjaar allemaal!

En worden jullie ook zo gek van dat softe ge-eikel van de levensmiddelen-fabrikanten? Ik wel namelijk.
Vanavond weer. We trokken bij wijze van toetje een pak Hertog-ijs open, zien we ineens tekst op het afsluitplastic staan. ‘Voor u begint’, stond erboven. Okee, dat klinkt dringend, dus eerst maar even lezen voordat we aanvallen. Wie weet is er iets besmettelijks uitgebroken bij de familie Hertog of bevat het ijs losse ingrediënten waarin we kunnen stikken. Maar wat staat er? ‘Bij Hertog IJs doen we sinds oudsher meer dan alleen verse zuivel in ons ijs. We stoppen er altijd onze ziel en zaligheid in. Dat deden we vroeger al in de banketbakkerij en vandaag de dag doen al onze medewerkers dit stuk voor stuk nog steeds. Dus de kans bestaat dat u in ons ambachtelijk bereide ijs meer proeft dan verse volle zuivel en natuurlijke ingrediënten. Liefde en aandacht bijvoorbeeld.’

Gatverdamme, wat een gezeik! Zie je ze voor je, al die medewerkers die stuk voor stuk hun ziel en zaligheid in dat ijs staan te doen? Nee, ik ook niet. Ik denk dat er hooguit een enkele procesoperator in die fabriek rondloopt, om de productie een beetje in de gaten te houden. In het beste geval doet hij dat met plezier, en niet met liefde en aandacht. Liever niet zelfs.
En moet je nou echt voor zo’n zwamverhaal je ijs laten smelten? Het wordt gebracht als een waarschuwing. Mocht u iets afwijkends proeven, dan is het onze liefde en aandacht. Ja hoor..

Bij Albert Heijn verkopen ze sinds een tijdje brood wat ‘Liefde en Passie’ als enige toevoeging heeft. Los van het feit dat dat in het geval van honing-mosterdbrood natuurlijk nergens op slaat (dat heeft op zijn minst honing en mosterd als toevoeging), bekijk ik het met grote argwaan en wacht met gepassioneerde smart op het moment dat ze allemaal gewoon weer normaal gaan doen.

22 december 2007

Kerst

In deze kersttijd, van oorsprong bezwangerd door Gods geest, is de site van Steve Wells fijn tegengif. Op zijn blog, “Dwindling in Unbelief, an unbeliever's thoughts about the Bible, Quran, and Book of Mormon” blijkt een verstokt atheïst zich zwaar in de bijbel verdiept te hebben. Steve heeft bijvoorbeeld geteld hoeveel mensen God volgens de bijbel gedood heeft. Monnikenwerk, waarvoor hij het boek der boeken van kaft tot kaft doorgeploegd moet hebben. Het resultaat is (volgens een keurig lijstje, waarin massaslachtingen als de zondvloed, diverse hongersnoden en andere plagen niet meegerekend zijn) 2.270.971. Een respectabel aantal, alleen geëvenaard of overtroffen door enkele (andere) bloeddorstige machtswellustelingen. Tel het gerust na, aanvullingen zijn nog steeds welkom.
De grootste grap volgt later: bij eenzelfde telling blijkt dat Satan, Lucifer, oftewel de duivel slecht een armzalige tien (10) doden op zijn geweten heeft. No contest, indeed.

Zalig kerstfeest!

15 december 2007

Demonia

Hm, dat schiet niet op. Nu is er alweer iets gaafs wat helemaal niks met eten te maken heeft.
Sinds een paar jaar heb ik familie in Parijs. Een zus van mijn partner woont in Ménilmontant en heeft daar ook een atelier annex winkel. Ze ontwerpt, maakt en verkoopt kleding, nogal eh… uitgesproken kleding.
Tot mijn grote schande ben ik er nog nooit geweest. Wel vlak voordat het geopend werd, maar daarna nooit meer. Vorige week was er een grote show van verschillende ontwerpers in dit genre, de Nuit Demonia. Ik was uitgenodigd en had graag willen gaan, maar 6 december is niet een handige datum als je een huis vol kinderen hebt.
En dit heb ik dus gemist:


Annet, het ziet er geweldig uit en de volgende keer kom ik wel!

03 december 2007

Stenen

Heb je net besloten om je blog uitsluitend nog te wijden aan culinaire zaken, wint er hier weer iemand een legowedstrijd. En hoe...


Domenico, Mikkey en Hugo: Gefeliciteerd!

En gelukkig zit zelfs aan Lego een eetbare kant.
Kellog's, die we hier alleen kennen van de ontbijtchips met toegevoegde vitaminen, heeft hele sexy zakjes met winegums in de vorm van legoblokjes. We kregen ze in Noorwegen van een Amerikaans legoteam.


Nog leuker is deze lego candy, want die kan je echt aan elkaar klikken. En best lekker, al smaken alle kleuren ongeveer hetzelfde, naar citroen. Deze komen uit Amerika, uit de zelfschep-snoepbak van Toys'R'Us.


En in Legoland tenslotte kan je de beroemde blokjes in melk- en pure chocolade kopen.

20 november 2007

Vorm

Ieder mens heeft zijn tic, soms zelfs meer dan één. De mijne is dat ik gek ben op puddingvormen. Niet dat ik daar constant mee bezig ben, er gaan jaren voorbij dat ik er niet eens aan dénk, en goedbeschouwd bestaat mijn verzameling uit maar drie noemenswaardige exemplaren. Dan reken ik de puur functionele (en lelijke!) plastic Tupperware even niet mee.
Maar zo nu en dan loop ik tegen een vorm aan waar ik echt niet omheen kan. Dat gebeurde vorige week, toen ik langs een kookwinkel hier ter stede kwam. Vaak loop ik daar juist met een grote boog omheen, want ik kom er nooit uit zonder een gevoelige smak geld uitgegeven te hebben. Daar staat tegenover dat ik dan meestal een heleboel informatie en een prachtig kookattribuut rijker ben. Zo ook deze keer.

In de etalage stond een doos met daarop een uitdagende, bronskleurige puddingvorm. Het bleek geen metaal te zijn, maar zo’n slappe rubbervorm. Eigenlijk hou ik daar niet van, maar deze was dermate prachtig dat ik naar binnen stapte om hem nader te inspecteren. En hij bleek, behalve een aantrekkelijk uiterlijk, ook nog een interessant verhaal te hebben. Luister:
De Welfen, nazaten van het oudste vorstenhuis van Europa, hebben in 2005 een flinke hoeveelheid kunst- en gebruiksvoorwerpen uit hun bezit geveild. De opbrengst was bestemd om hun slot Marienburg een opknapbeurt te geven.

Een in de buurt gevestigde puddingvormenmaker heeft tijdens die veiling een bod gedaan op een gesloten kist met niet nader omschreven keukengerei, die voor een klein bedrag afgehamerd werd. Tot zijn grote vreugde bleek er onder andere een drietal koperen puddingvormen uit de achttiende eeuw in te zitten.
En die heeft hij nu dus nagemaakt in ‘100% platina-siliconen’, wat misschien niet zo heel erg opwindend klinkt, maar wat wel bestand is tegen temperaturen van -60 tot + 260˚C, in vaatwasser zowel als magnetron kan én waar prachtige glittertjes inzitten.
Er zijn drie modellen, genoemd naar kastelen van de familie: Lüneburg, Blankenburg en Marienburg. En die laatste heb ik nu trots op mijn overvolle keukenplankje staan!

02 november 2007

China

Vorige week was ik in het Haagse Chinatown. Dat ligt midden in het centrum, achter de Bijenkorf en bestaat grotendeels uit één straat, de Wagenstraat.
Als je even doorloopt, ben je er in vijf minuten doorheen. Maar dat geeft niet. Ten eerste is er veel te veel te zien om snel door te lopen en ten tweede is het misschien niet groot, maar wel heel actief in het organiseren van allerlei Chinees getinte evenementen. Chinatown is leuk.
Uiteraard tiert de Chinese middenstand er welig, gelardeerd met winkels van andere vage afkomst, zoals bijvoorbeeld de Afro-Indian Market, één van mijn favorieten. Daar verkopen ze een bonte mengeling van snoep, kruiden, sieraden, wierook, crèmes om donkere huid wit te maken, pruiken en paardenstaarten (1,95 per stuk, 3 voor 5 euro). En, een onuitputtelijke bron van vermaak: spuitbussen met luchtverfrisser. Daar lijken ze in elk geval op, van die kloeke bussen met witte dop die, totdat het milieubesef begon toe te slaan op iedere wc te vinden waren. Alleen zijn dit meer dan wc-verfrissers. Ze hebben allerlei wonderlijke bijwerkingen. Ze brengen geluk bij het gokken bijvoorbeeld. Of ze beschermen je huis tegen inbrekers. Brengen je verloren liefde terug. Verbeteren je gezondheid. Lokken goede geesten en verjagen kwade. Geweldig! Ik snap er niks van, moet er ontzettend om lachen en kan het vervolgens niet laten om er een paar aan te schaffen.


Ernaast is een Chinees warenhuis waar mahjongspellen naast wokbranders, vleesbijlen en zijden schoentjes liggen. Waar je grote, prachtig versierde enveloppen kunt kopen met papieren kleding en schoentjes, papieren mobieltjes, papieren gouden horloges en fantastische bankbiljetten erin. Raadselachtig. Ze blijken bestemd te zijn voor begrafenissen. Iedere Chinese dode krijgt luxe goederen en geld mee, voor in het hiernamaals. En voor de zekerheid zijn er aparte bankbiljetten voor in de hemel en in de hel.